Mijn kind heeft geen stoornis!
Wat als een leerkracht of begeleider zich zorgen maakt over de ontwikkeling van een leerling, maar de ouders zich niet kunnen vinden in die zorgen? Hoe zorg je voor wederzijds begrip zonder dat cultuurverschillen in de weg staan? In deze blog delen we een casus waarin cultuur en communicatie centraal staan. In deze blog kijken we hoe misverstanden kunnen ontstaan en wat helpt om elkaar toch te begrijpen.
“Darya heeft een taalontwikkelingsstoornis, afgekort TOS”, zegt de docent tegen de moeder van Darya. Moeder schudt meteen haar hoofd: “Onzin. Darya is niet ziek”.
“Een TOS is geen ziekte”, zegt de docent. “Darya heeft een probleem met taal”.
“Dat komt omdat we thuis Arabisch praten”, reageert moeder via een tolk. “Ze woont hier nog maar twee jaar en kent de Nederlandse taal nog niet goed, maar in haar eigen taal is er niets aan de hand. Ze loopt dus wat achter met de Nederlandse taal, maar ze heeft géén stoornis!”
Nu schudt de docent haar hoofd: “Het gaat hier niet om een taalachterstand, mevrouw. Het gaat echt om een taalontwikkelingsstoornis. Dat is iets anders”.
“Mijn kind heeft geen stoornis”, zegt moeder nog eens.
Stoornis is geen woord
cultuur en communicatie in de knel
In veel niet-westerse landen bestaat het woord stoornis niet. Ouders kunnen een taalontwikkelingsstoornis dan ook niet goed plaatsen. De term die het meest in de buurt komt, is mentale ziekte. De moeder van Darya herkent haar dochter daar absoluut niet in: haar kind is niet gek. Hier botsen cultuur en communicatie: de betekenis van woorden, maar ook de gevoelslading ervan, verschilt sterk per culturele achtergrond.
Cultuur en communicatie bij hulp
Verschil in perspectief
De docent laat toetsen zien waaruit blijkt dat Darya slecht presteert. Ze vertelt dat Darya moeite heeft met het onthouden van woorden en klanken en dat ze grammatica lastig vindt. Logopedie zou haar kunnen helpen, stelt de docent voor. Maar moeder reageert beslist: “Nee, Darya hoeft niet naar een specialist. Laat haar maar een jaar overdoen, dan komt het wel goed”.
Het verschil in visie op hulpverlening is een klassiek voorbeeld waarin cultuur en communicatie een rol spelen: wat voor sommigen een logische oplossing is, kan voor anderen moeilijk te begrijpen of zelfs bedreigend zijn.
Cultuursensitief werken vraagt aandacht voor cultuur en communicatie
Een cultuurtolk wordt ingeschakeld om het gesprek te begeleiden. Die vertaalt niet alleen letterlijk, maar houdt ook rekening met stoorzenders rondom cultuur en communicatie. In gesprek met de docent wordt uitgelegd waarom het woord stoornis weerstand oproept. Voor de moeder klinkt het als een ernstige diagnose of als een stempel waar haar kind last van zal hebben.
De cultuurtolk legt aan moeder uit dat de docent Darya niet ziet als ziek, maar dat er bepaalde kenmerken zijn opgemerkt waarvoor hulp mogelijk is. De docent wordt gevraagd om concrete voorbeelden te geven en duidelijk te maken wat voor Darya lastig is in de klas. Zo ontstaat ruimte voor zorgvuldige communicatie en wederzijds begrip tussen school en ouders.
Duidelijkheid
Verzacht het spanningsveld tussen cultuur en communicatie
De docent vertelt dat Darya weinig woorden kent, zowel in het Nederlands als in haar moedertaal. Ze heeft moeite met het vinden van woorden, is moeilijk verstaanbaar en lijkt soms niet goed te luisteren. Ze praat weinig, gebruikt korte zinnen en maakt grammaticale fouten. Als anderen haar niet begrijpen, raakt ze snel gefrustreerd of boos.
Door deze kenmerken concreet te benoemen in plaats van te spreken over een “stoornis”, ontstaat er meer begrip. Dit biedt ruimte aan de onderlinge verschillen tussen cultuur en communicatie. Begrip begint bij heldere voorbeelden.
Wederzijds begrip
Nu de kenmerken concreet besproken zijn, herkent moeder deze ook thuis, in de moedertaal. Ook daar praat Darya weinig en wordt ze boos als haar moeder haar niet begrijpt. Voor moeder wordt duidelijk dat haar dochter niet ziek is, maar dat de moeite met taal wel tot sociale of emotionele problemen kan leiden. Ze begrijpt beter waarom extra hulp nodig kan zijn.
De docent leert op haar beurt dat het beter is het woord stoornis te vermijden en in plaats daarvan te spreken over waar het kind precies moeite mee heeft. Dankzij de inzet van de cultuurtolk ontstaat er ruimte voor wederzijds begrip. Een gesprek met aandacht voor cultuur en communicatie helpt om samen op zoek te gaan naar wat een kind nodig heeft.
Hulp nodig?
Werk jij met ouders die het lastig vinden om ontwikkelingsproblemen bij hun kind te herkennen of erover in gesprek te gaan? Je hoeft het niet alleen te doen.
Een cultuurtolk kan helpen om verschillen in cultuur en communicatie soepel te laten verlopen, cultuurverschillen te overbruggen, misverstanden te voorkomen en wederzijds begrip te creëren. Zo wordt het gesprek prettiger, en krijgt het kind passende ondersteuning.
Wil je advies of een cultuurtolk inschakelen? Neem gerust contact op. Samen zorgen we voor duidelijkheid rondom cultuur en communicatie en gelijke kansen voor iedereen.